PED

Met argusogen keek GD naar de varkenssector in Amerika en Canada. Dat daar al duizenden bedrijven slachtoffer werden van uitbraken van een nieuwe ziekte, baarde ook Europa zorgen. Dat PED ook in Nederland zou komen was zo goed als zeker, maar wanneer en in welke vorm, dat was nog onbekend.

2014

Nog voordat er een vermoeden van de ziekte in Nederland was, begon GD met de voorbereidingen. “Als de ellende dan hier komt, dan wil je er ook klaar voor zijn”, vertelt Alfred van Lenthe, sectormanager varken bij GD. En ellende was het: in Amerika breidde het dodelijke virus zich alleen maar uit. 

“Als de ellende dan hier komt, dan wil je er ook klaar voor zijn” 

PED veroorzaakt diarree en is een zogenoemde bedrijfsgebonden aandoening. Dat wil zeggen dat de ziekte zich kan verspreiden over een bedrijf door direct of indirect contact met mest. Wanneer er een vermoeden van PED is, hoeft er vooralsnog geen melding gemaakt te worden bij de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Dat moet bijvoorbeeld wel bij een vermoeden van varkenspest, MKZ of vogelgriep. GD speelt bij deze ziekten een belangrijke rol: vanuit de monitoring houden we er zicht op. We schakelen snel bij een verdenking, en mocht het foute boel zijn, dan hebben we de juiste testen klaarstaan.

Alfred van Lenthe,

voormalig sectormanager Varken

“We hebben toen een inschatting gemaakt: hoewel het geen meldingsplichtige of bestrijdingsplichtige ziekte is, zijn we begonnen met de ontwikkeling van een eigen test. Niet omdat we die verantwoordelijkheid hebben vanuit de monitoring, maar omdat we willen laten zien dat we voorbereid zijn”, zegt Van Lenthe.


De test die volgens Van Lenthe ontwikkeld ging worden, moest niet zomaar een test zijn. “Hij moet wel 100 procent dekkend zijn. In Amerika was al sprake van meerdere stammen van het virus, dus we moesten met alle vormen rekening houden.” De sectormanager had alle vertrouwen in de onderzoeksafdeling van GD: “We hebben genoeg kennis en kunde in huis om zo’n test te ontwikkelen.” Dus werden Jos Dortmans en Remco Dijkman van Research & Development (R&D) aan het werk gezet.

Anderhalf jaar nadat in Amerika het eerste geval van PED werd ontdekt, kwam ook hier in Nederland melding van een mogelijk geval. Het was half november 2014.

Eerste geval

Omdat een aantal biggen enkele dagen na oplegging, op 31 oktober, diarree kreeg die toch wel heftig was, heeft de dierenarts mestmonsters genomen. In zulke gevallen worden monsters altijd onderzocht op de gebruikelijke kiemen, zoals PIA en salmonella, maar daar kwam niks uit. Voeronderzoek liet ook geen afwijkingen zien.

Overleg met GD Veekijker

Varken Als een veehouder of dierenarts vragen heeft over diergezondheid, dan kan hij of zij bellen met de GD Veekijker. Deze gratis telefonische en online hulpdienst is een gemakkelijke en laagdrempelige manier om advies te vragen. De dierenartsen bij de Veekijker bepalen vervolgens of het nodig is om een vervolgonderzoek in te stellen. In dit geval is ook overleg gevoerd met de GD Veekijker varken. Naar aanleiding daarvan is besloten om nieuwe mestmonsters op PED te laten onderzoeken.

Half november

Bij het bezoek op 14 november zijn mestmonsters en bloedmonsters verzameld van biggen waarbij de verschijnselen zichtbaar waren. De mestmonsters waren positief, maar de bloedmonsters nog niet. Dat betekent dat de biggen toen nog maar net waren besmet. De verschijnselen waren nog steeds hetzelfde en er waren nog steeds geen varkens gestorven.

Na het bezoek

In de week daarna overlegde de veehouder met zijn dierenarts, een vertegenwoordiger van de Nederlandse Vereniging voor Varkenshouders en GD over de aanpak. Er bestaat geen vaccin en antibiotica helpen niet, dus de enige mogelijkheid is hygiëne, hygiëne en nog eens hygiëne. Een belangrijke maatregel was om muizen grondig te bestrijden.

Half december

Weer zijn mestmonsters verzameld. De varkens die eerder positief waren bevonden waren inmiddels afgeleverd en er lagen nieuwe biggen in. Uit de mestmonsters bleek dat de nieuwe biggen (nog) niet besmet waren. Dat betekende dat het zeugenbedrijf nog steeds vrij was, dat ze veilig vervoerd en opgelegd waren en dat de afdelingen goed schoongemaakt en gedesinfecteerd waren.

Half januari

Opnieuw zijn uit alle afdelingen mestmonsters verzameld. Slechts drie monsters waren heel zwak positief, de rest was allemaal negatief. Er was dus bijna geen virusuitscheiding meer aantoonbaar. Drie maanden na de eerste klachten was de epidemie bijna over.


Vanaf het begin sprak GD bewust van een milde variant, vertelt Van Lenthe. “We zagen dat de ziekte nauwelijks schade aanrichtte op vleesvarkensbedrijven. Op zeugenbedrijven is de variant schadelijker, maar dat was toen nog niet aan de orde.”


Hoewel er dus sprake was van het virus PED, was het duidelijk een andere variant dan die in Amerika en Canada woedde. Van Lenthe vond dat het bekendgemaakt moest worden, maar met voorzichtigheid.

“We zagen dat landen om ons heen dat niet of nauwelijks deden. Maar Nederland is echt een exportland en we zijn afhankelijk van de goodwill van andere landen. Het was dan ook maar beter er transparant over te zijn.” Later bleek dat er in Duitsland ook PED was, veel meer dan gedacht.


Snel schakelen en snel communiceren, dat is wat GD aan waarde heeft toegevoegd tijdens de PED-uitbraak in Nederland. Niet alleen binnen de organisatie, maar ook buiten GD is deze manier van handelen opgevallen.


Omdat het na het eerste geval vrij rustig bleef heeft GD tot half januari tijd gehad om te bespreken wat te doen als het verder zou verspreiden. “Vanuit de monitoring hebben we een stuurgroep PED opgezet. Van daaruit zijn we ook gaan nadenken over mogelijke preventie.” In Canada bleek dit al heel goed te werken, wist Van Lenthe. “Dan moet je echt samen aan de slag.” De hele sector varken van GD werkte vervolgens aan een draaiboek. “Wat doen we als er een uitbraak is, als het echt fout gaat?”

Extra alert

“Onderzoek door GD wees uit dat toch sprake was van PED, maar van de milde en dus niet de hoogpathogene variant. We besloten toen om de hygiënemaatregelen op ons bedrijf nog verder aan te scherpen. De dierenarts, de handelaar en de verzorgers waren op de hoogte, dus zij waren extra alert. Er kwamen sowieso nooit vreemden in onze stallen, maar toen hebben we ook camera’s opgehangen om beter toezicht te houden. Bij elke afdeling hadden we al ontsmettingsbakken staan en bij het controle lopen hielden we een strikte volgorde aan: eerst de varkens zonder PED en als laatste pas de besmette varkens. Nadat er varkens weggingen spoten we de lege afdelingen altijd al goed schoon, maar nu ontsmetten we ze ook helemaal, zodat de nieuwe biggen het virus niet krijgen. En wat ook ontzettend belangrijk is: bestrijding van muizen en ander ongedierte.’