Samen werken aan diergezondheid

Een eeuwenoude passie

De Friese dierenarts Johannes Plet moet ze begin vorige eeuw tijdens zijn bezoeken aan rundveehouders veel hebben gezien: de houten huisjes met glazen deuren op boerenerven. In deze zogenaamde tbc-huisjes liggen zieke kinderen soms maandenlang te kuren. Plet komt vaak bij boeren in de wei en in de stallen om zieke dieren te behandelen. Een derde van alle bedrijven kampt in die tijd met rundertuberculose. Boeren zien niet alleen hun melkproductie teruglopen en hun koeien aan de ziekte overlijden, de bacterie slaat bovendien geregeld over naar het woonhuis. En tuberculose is niet de enige zorg voor veehouders in die periode. Door de ziekte van Bang (abortus bang) verwerpen op veel bedrijven in één of twee jaar tijd vrijwel alle drachtige dieren. In golven van vijf tot zeven jaar worden veehouders ook nog eens geteisterd door het uiterst besmettelijke mond-en-klauwzeer (MKZ).


Vreemd is het dan ook niet dat Friese veehouders hun krachten bundelen om zich te weren tegen deze dierziekten. Dierenarts Plet zit aan tafel als de boeren van het Fries Rundvee Stamboek besluiten veearts Anne Veenbaas per 1 januari 1918 te benoemen als hygiëneconsulent ‘die in overleg met practiserende veeartsen en veehouders de noodzakelijke maatregelen zou aangeven’. Een jaar later in 1919 mondt dit boereninitiatief uit in de oprichting van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Friesland, met Veenbaas als eerste directeur.

Naar één landelijke dienst

Pas als kort na de Tweede Wereldoorlog ook gezondheidsdiensten in andere provincies het levenslicht zien, komt de landelijke aanpak van runder-tbc op gang. Na de succesvolle tuberculosebestrijding besluit de rundveehouderij eveneens gezamenlijk MKZ aan te pakken; in 1955 doen alle veehouders mee aan een vaccinatieprogramma. In de jaren ’60 en ’70 sluiten de varkens-, pluimvee- en hippische sector zich aan en komen de gezondheidsdiensten met steeds meer en betere preventieprogramma’s.


Hoe mooi zouden Johannes Plet en Anne Veenbaas het hebben gevonden dat in 1995 de provinciale gezondheidsdiensten fuseerden in één landelijke Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), gevestigd in Deventer? Nog steeds vormt hun pionierswerk in Friesland de kern van wat GD tegenwoordig door heel het land – van Texel tot Zuid-Limburg en van Zeeuws-Vlaanderen tot Oost-Groningen – doet. Plet en Veenbaas kenden de Friese veehouders, en zij hen. Dat is nu niet anders: samen met alle dierhouders, dierenartsen, overheden en het bedrijfsleven werken we aan diergezondheid. Het accent is verschoven van het bestrijden van ziekten naar het verbeteren van de diergezondheid. Maar het belang van het dier, de dierhouder en de samenleving staan nog altijd voorop. Want net als een eeuw geleden zijn gezondheid van dier en mens nauw met elkaar verweven. In een globaliserende wereld met een groeiende markt wordt een veilige, gezonde, diervriendelijke en duurzame voedselproductie bovendien met de dag actueler.

Hightech veterinair laboratorium

Hun drijfveren mogen hetzelfde zijn – samen werken aan diergezondheid – dierenartsen Plet en Veenbaas zouden vol jaloezie kijken naar de mogelijkheden die hun opvolgers inmiddels hebben om diagnoses te stellen en preventieprogramma’s te schrijven. GD heeft een omvangrijke onderzoeksafdeling opgebouwd en beschikt over een van de grootste en innovatiefste hightech veterinaire laboratoria ter wereld, ISO-gecertificeerd bovendien. Voor alle diersoorten samen – koeien, varkens, pluimvee, schapen en geiten, paarden en gezelschapsdieren – doen we jaarlijks meer dan vier miljoen lab-bepalingen. We onderzoeken monsters van melk, bloed, mest en water op de aanwezigheid van ziekteverwekkers en onze pathologen verrichten sectie op gestorven dieren om de doodsoorzaak te kunnen vaststellen. Testresultaten voorzien van een GD-logo zijn van grote waarde. Ze zijn synoniem aan betrouwbaarheid: dierenartsen en dierhouders vertrouwen op de resultaten die ze via GD krijgen, vroeger en nu.

Diagnostiek, preventie en kennis delen

Maar we doen meer. Meer ook dan de oprichters van de eerste Gezondheidsdienst honderd jaar geleden konden doen. Nog steeds bezoeken onze dierenartsen veehouders met zieke dieren, maar we doen ook wetenschappelijke studies en praktijkonderzoek gericht op diagnostiek en dierziektepreventie. Daarnaast zetten we diergezondheidsprogramma’s op, monitoren we in opdracht van overheden en landbouwsectoren de diergezondheid en ondersteunen we de overheid bij ziekte-uitbraken zoals Q-koorts of vogelgriep.

Onze veterinaire kennis delen we in cursussen, workshops en lezingen in Nederland en ver daarbuiten. Ook zijn we over de hele wereld betrokken bij het opbouwen of verbeteren van veterinaire laboratoria. Steeds meer GD-klanten richten zich op agrarische markten buiten Nederland. Internationale expertise op het gebied van diergezondheid wordt daarom steeds belangrijker en Nederland hoort internationaal bij de koplopers in duurzaam produceren en dierenwelzijn.

De combinatie van onze veterinaire kennis en kunde, de diagnostiek en de gezondheidsprogramma’s maakt GD uniek in de diergezondheidswereld. Johannes Plet en Anne Veenbaas hadden hun handen vol aan runder-tbc en abortus bang; inmiddels boeken we successen in de bestrijding van een veelvoud aan dierziekten. Neem het opsporen van het nog onbekende schmallenbergvirus in 2011 of de razendsnelle diagnose van de uitbraak van aviaire influenza (vogelgriep) in 2014.


Het liefst zien we – en onze klanten, de dierhouders – uiteraard dat testuitslagen negatief zijn: een virus of bacterie wordt dan niet aangetroffen op een bedrijf. Maar soms kan een positieve test ook tot opgeluchte reacties leiden. Bijvoorbeeld bij de veehouder met koeien met hoge koorts, toen uit ons onderzoek bleek dat er een BVD-infectie (Bovine Virusdiarree) op zijn bedrijf rondging. Erg vervelend natuurlijk, maar een stuk minder erg dat de uitbraak van mond-en-klauwzeer waar hij voor vreesde.

Honderd jaar passie

Zó werken we al bijna 100 jaar aan diergezondheid. En dat blijven we vol overgave doen. GD wil de komende decennia de innovatiefste en betrouwbaarste onderneming zijn op het gebied van diergezondheid; internationaal toonaangevend en gedreven door de passie om samen diergezondheid te verbeteren en te borgen. En die passie is sterk. Zo sterk dat als Johannes Plet en Anne Veenbaas in de toekomst hadden kunnen kijken, ze niet alleen jaloers zouden zijn op de gegroeide technologische mogelijkheden, maar ze ook vol trots zouden constateren dat hun missie voor een gezonde veestapel en een gezonde samenleving nog altijd voortleeft.

De karakteristieke tbc-huisjes zijn inmiddels gelukkig uit het landschapsbeeld verdwenen; enkele exemplaren zijn bewaard gebleven in openluchtmusea. Maar de missie van een uitstekende diergezondheid heeft zeker niet aan belang ingeboet. Daarom blijven we ons daar voor inzetten. Met de modernste technologie, maar in de geest van Plet en Veenbaas. Samen met u.